3.5.10 Rechtmatigheidsverklaring college
In deze jaarrekening wordt voor het eerste jaar een rechtmatigheidsverklaring van het college toegevoegd met de bevindingen over 2023 (zie hoofdstuk 4.3). In de verklaring worden bevindingen opgenomen die de verantwoordingsgrens overschrijden. Overige bevindingen die de lagere rapportagegrens overschrijden worden hieronder toegelicht.
De verantwoordingsgrens en rapportagegrens zijn in juli 2023 door de raad vastgesteld op respectievelijk 1% en 0,1% van de totale lasten. Voor 2023 betekent dit in euro's respectievelijk € 1.264.000 (1%) en € 126.400 (0,1%).
Hieronder worden afzonderlijke afwijkingen groter dan 0,1% van de totale lasten (€ 126.400) vermeld. Afwijkingen worden onderverdeeld in onrechtmatigheden en onduidelijkheden.
Op inhuur extern personeel zijn, zoals bekend, onrechtmatigheden geconstateerd ter hoogte van € 808.460. Dit betreft een achttal contracten in 2023. Deze zijn ontstaan door het in een beperkt aantal gevallen niet geheel volgen van de juiste aanbestedingsprocedure. Het betreft hier met name een na-ijleffect van al lopende contracten waarbij de krapte op de arbeidsmarkt ook een rol heeft gespeeld.
In het afgelopen jaar zijn diverse maatregelen getroffen om toekomstige onrechtmatigheden te voorkomen. Er is meer aandacht voor het rechtmatig inhuren van extern personeel via onze contractpartner, de talentenregio. En is er meer aandacht voor het volgen van de juiste procedure via het inkoopbeleid.
Een maatregel die nog getroffen gaat worden is het verbeteren van de informatievoorziening, zodat vooraf gestuurd kan worden op het volgen van de juiste procedure bij het inhuren van extern personeel.
Van onduidelijkheden is sprake als het college van B&W in het kader van de verslaggeving niet kan aangeven of er sprake is van een onrechtmatigheid of niet. Er zijn geen onduidelijkheden geconstateerd.